donderdag 1 april 2010

dertien

Later, als je supergroot bent en met een beetje geluk superintelligent, -grappig en -knap (een beetje zoals je papa eigenlijk, nu ik er zo over nadenk)(en als je ook nog een supervrouw hebt, echt helemáál zoals je papa), later dus, zal je misschien terugdenken aan je jonge jaren, hier in het gehucht der gehuchten, onooglijk dorp tussen Wetteren en Aalst, niet ver van een van de drukst bereden autosnelwegen ter wereld.

Misschien zal je twijfelen over je heimat. Je zal sowieso geen echte heimat hebben: zowel je pa als je ma waren inwijkelingen. Het waren buitenbeentjes in de streek, spraken het verkeerde dialect en zochten geen al te diep contact met de buurtbewoners. Ze hadden wel wat beters te doen, dachten ze.

Veel kans dat de tranen je in de ogen springen als je wegdroomt over de ontelbare uren dat je hier in de modder speelde, met een stok in het water ingebeelde vissen ving of in het bouwvallig want gekregen speelgoedhuisje je territorium verdedigde.

Je zal je eigen kinderen vertellen over je jeugd, de tijd dat Yves Leterme de plak zwaaide - 'Hahaha, papa, was die totaal charismaloze hark de baas van België?' - de tijd dat de crisis nog van voorbijgaande aard was - 'Papa, wat is dat, hoogconjunctuur?' - de tijd dat het Westen nog de place to be was - 'Papa, ga je nu eens een écht verhaaltje vertellen in plaats van te mijmeren over je fucking jeugd?'.

Het zal pijn doen om je los te laten, maar je zal niets anders willen. Je zal ons niet vergeten, maar je zal toch vooral aan je eigen toekomst denken. Wij zullen ouder en grijzer worden, nuttelozer en irrelevanter. We zullen niet meer de enige belangrijke mensen in je leven zijn. Maar we zullen er zijn, elke dag opnieuw. Van 9u tot 17u wel te verstaan. Na kantooruren moet je maar bij je schoonouders aankloppen.