zondag 28 november 2010

de frietketel die verlangen heet

Ze danste uren aan een stuk, tot ik erbij neerviel. Vermoeidheid maakte zich van mij meester. Ik kreeg een klop van de hamer. In Hamburg vertrok een trein op tijd. Ze rende alsof haar leven ervan afhing. Later besefte ik dat haar leven er effectief van afhing; enkel Jezus rende voor de lol.

Haar wasserette was proper. Geen klasse-etablissement zoals le Chateau du Lac in Genval, maar toch: de mensen kwamen er graag. Op een grijze ochtend stonden er steevast vijf eenzame zielen hun kleren te wassen. Kassa kassa.

Ze hield van rode wijn, witte wijn, citroenjenever en mineraalwater. Rond haar ogen verschenen rimpeltjes als ze lachte. Ze lag languit in een leren zetel. De winkelbediende van Chateau d'Ax maande haar aan het gebouw te verlaten. We staken de rivier over, onbesuisd en vol dromen. We zwaaiden naar een oude visser.

vrijdag 19 november 2010

de zwijnenkeuring

Ik hield van haar, ook al negeerde ze mij straal. Ik verlangde, hunkerde en greep naar haar lichaam. Ze schonk haar hond alle aandacht. Het was inderdaad een leuk hondje, zo'n schattig golden-retrieverpuppy. Wie smolt daar niet van? Ik ging naar het toilet en deed wat men van mij verwachtte.

Mijn leven bestond niet zonder haar. Ik kon net zo goed vuilnisbak worden. Of politicus. Ik sprak haar aan: hoe komt het dat je zo mooi bent? Ze viel uit de lucht en landde op mijn gevoelige teen. Ik schreeuwde het uit. Ze viel achterover. Ik redde haar van een buil op het achterhoofd. Ze was mij eeuwig dankbaar.

Vandaag, negen na negen. Ik zet koffie. Een held ben ik nooit geweest, dat weet zij ook. Ik zoek haar warmte op, haar venusheuvel, haar zachte lippen. Ze rekt zich uit, langzaam en onweerstaanbaar. Zou ik haar zeggen dat ze alles voor me is?