vrijdag 19 november 2010

de zwijnenkeuring

Ik hield van haar, ook al negeerde ze mij straal. Ik verlangde, hunkerde en greep naar haar lichaam. Ze schonk haar hond alle aandacht. Het was inderdaad een leuk hondje, zo'n schattig golden-retrieverpuppy. Wie smolt daar niet van? Ik ging naar het toilet en deed wat men van mij verwachtte.

Mijn leven bestond niet zonder haar. Ik kon net zo goed vuilnisbak worden. Of politicus. Ik sprak haar aan: hoe komt het dat je zo mooi bent? Ze viel uit de lucht en landde op mijn gevoelige teen. Ik schreeuwde het uit. Ze viel achterover. Ik redde haar van een buil op het achterhoofd. Ze was mij eeuwig dankbaar.

Vandaag, negen na negen. Ik zet koffie. Een held ben ik nooit geweest, dat weet zij ook. Ik zoek haar warmte op, haar venusheuvel, haar zachte lippen. Ze rekt zich uit, langzaam en onweerstaanbaar. Zou ik haar zeggen dat ze alles voor me is?