zondag 30 december 2007

arme joe

Zotte mensen denken nooit aan eieren, zo zei mijn grootvader lang geleden op een koude winterdag.
Ik geloofde er niet al te veel van, maar toch knikte ik instemmend.
Daar heb ik nog altijd spijt van.

lantaarnpaal

Stoppen is niet van mijn gewoonte, dus reed ik rustig door het rood.
Je keek angstig mijn kant uit. Ik maakte duidelijk dat stoppen niet van mijn gewoonte was. Je bleek dit te verstaan: 'Ik versta dit volkomen' zei je.
Veel meer gebeurde er niet echt die avond.

het betekent (n)iets

Het wil waarschijnlijk niets zeggen, maar toen ik daarnet naar de sterren keek, schoten de volgende woorden mij te binnen: kip, stof, lasso, haha, kassa.

gegniffel

St-Cecilia was aan het winkelen in haar favoriete winkelstraat in Aalst; de Korte Zoutstraat.
Plots leek haar wereld in te storten; het was zes uur en de winkels sloten de deuren.
Schreiend ging ze naar huis; dat was een halve dag stappen.
Thuis aangekomen viel ze als een blok in slaap; haar man kon er niet van tv-kijken.
Gelukkig was er toch niets op tv; hij viel dus ook maar wat in slaap.

waarom en wanneer

Waarom: omdat het hier veel te veel regent.
Wanneer: ooit.

zaterdag 29 december 2007

zomaar

Een zonderlinge man liep op een zonnige dag zomaar wat te zitten, terwijl hij stond te kijken naar de vrouw van zijn buurman. Die buurman was op reis en had er niets beter op gevonden om naar Letlovasikije te reizen. De hele buurt wist dat dat land niet bestond, maar zijn vrouw was zich van geen kwaad bewust. En zo was uiteindelijk iedereen content.

een zonderlinge man

Hij keek naar Blokken. Dat was zijn favoriete spelprogramma.

op een zonnige dag

Toen ik daarnet de trap op kwam, gleed mijn pantoffel van mijn voet. Hatelijk is dat. Waarom gebeurt dit? vroeg ik mij af.

Zalig is het niet, heerlijk evenmin, maar naar buiten kijken terwijl geen tram passeert, kan wel iets teweeg brengen bij mensen met een handicap.

Zoals zo vaak liep ik op een berg te wandelen en te denken aan everzwijnen. Het gras was groen maar niet echt eetbaar.

vrijdag 28 december 2007

vrijdag 21 december 2007

de liefde

Niet zonder reden liepen we door de velden.
We hielden zielsveel van elkaar, ook al kenden we elkaar nog niet.
Het was zo zacht allemaal, zo zuiver.
Het was de mooiste tijd van ons leven.

Je blafte zo fantastisch.
Zat achter alle konijnen aan.
Je kwispelde zonder ophouden.
Je lustte zo graag pedigree pal.

Een vermaledijd konijn zorgde ervoor dat je zonder opletten over de spoorweg liep. Ik had je nochtans geleerd eerst naar links en dan naar rechts te kijken. Maar je was zo geconcentreerd op dat konijn dat je de hogesnelheidstrein niet opmerkte. In één seconde was het gedaan. Je blafte zelfs niet meer. Of misschien wel, maar het was niet hoorbaar door die trein. Ja, dat maakt nogal een geluid zo'n trein. Ik verschoot er wel eventjes van.

de witte dans

Ik wandelde en genoot ervan. Ook al was het veel te koud en had ik bijna geen kleren aan. Jezus kon daar ook allemaal tegen. Niet dat ik mij wil vergelijken met Jezus, maar toch. Die man is trouwens dood.

zondag 16 december 2007

zonder titel

De berg was moeilijk bereikbaar.
Toch bereikte ik hem. Of haar.
Jammer genoeg was er geen frietkot.
Ik had nochtans zin in chocolade.
Witte chocolade. Van côte d'or.

Ik bedacht een rijmpje:
hoe zit de zee in elkaar?
hoe knipt deze schaar?
hoe vaak kom jij klaar?
ja, hoe vaak kom jij eigenlijk klaar?

Koen Wauters (die van tv) belde direct om de rechten op het rijm te kopen.
Dat was zijn volste recht.
Ja, zijn volste recht.

dinsdag 11 december 2007

vuile was

Hallo! zei ik doodnormaal.
Je antwoordde niet. Keek zelfs niet op. Bleef verder liggen. In het water. Met je rug omhoog.

Ik waarschuwde de kustwacht. Koksijde Rescue kwam aangevlogen. Ze vlogen tegen een paal. Vielen neer. Schoten in brand.

Ik belde de 100. Een brandweerwagen kwam aangesjeesd. Geraakte vast in het zand. Vijf brandweermannen duwden, maar de wagen bleef waar hij stond.

Ondertussen was de helicopter uitgebrand. De rust keerde weer. Ik wandelde verder. Zag niet hoe je je omdraaide. En uit het water stapte. Je lachte venijnig, stak een sigaret op en danste de lambada. Je deed een brave passant voetjelap. Deze viel en stootte zijn hoofd op een rots. Bloed spoot langs alle kanten. Hij stierf ter plekke. Je sigaret was ondertussen op. Je schoot het peukje in een plas bloed. Daar neergekomen doofde het uit. En je begon een zandkasteel te maken.

Maar dat zag ik dus allemaal niet.

donderdag 6 december 2007

een nacht

Als honden blaffen, zoeken zij aandacht. En troost.
Kippen kwaken zelden. Of nooit.
Zeilschepen die kapseizen hebben soms dode schippers als gevolg.

Zoals iedereen wel al weet, ben ik een simpele jongen.
Ik ben op weg naar de bakker. Hopelijk heeft hij nog brood.
Zonder brood kom ik de nacht niet door. Laat dat duidelijk zijn.
Hou mij in godsnaam niet voor de gek. Ik weet wel wanneer de ketel fluit.

Oef, hij heeft nog brood. Hij heeft geluk, de loser.
Ik vraag een groot boerenbrood. Dat zal smaken.
Zelden zo een groot boerenbrood gezien. Zal ik het ooit op krijgen?
Domme vraag. Geen antwoord. Jammer.

Helden zijn mooi, maar belachelijk.
Ik heb geen helden. Behalve een paar.
Zij zijn buiten categorie. Dus dat telt niet.
Nee, ik heb geen helden. Nooit gehad trouwens.

een auto rijdt

Leve Jan Verstoepiert!
Hij roept zijn vrouw en slaat haar op de billen.
Ajiiez, laat zij blijken.
Vertwijfeld kijkt Jan Verstoepiert naar de hemel.
Zou god bestaan?

geen geheim

Het blijft wonderbaarlijk stil in mijn hoofd. Buiten waait de wind en blijft het maar regenen, maar hier vanbinnen is alles relatief rustig. Wat wil je, het leven zoekt zo vaak naar toestanden en situaties.

Een blaadje zweeft voor het raam. Het raam is van enkel glas. Het is koud in de kamer. Toch blijf ik zitten. Mijn handen bevriezen net niet. Gelukkig is het redelijk zacht voor de tijd van het jaar. Veel wind en regen, maar 't is meer dan 10 graden! Wie had dat kunnen voorspellen enkele decennia terug? Wie o wie?

Ik zoek een prachtige zin om Rune te verwelkomen.
Ik blijf zoeken. Zoeken is aangenaam.