maandag 28 december 2009

de duts voorbij

Ik hou van bakvissen. Zeker als ze bokaalglazen dragen. What you see is what you get: bambi-ogen, een irrelevante stroom aan irrelevante woorden, een gewillige doch onervaren pruim. De mosterd die ze op hun boterham smeren komt zelden van de natuurwinkel. Weten zij veel dat dergelijke winkels bestaan.

De fijnste ervaring die ik ooit mocht ervaren - 'Komen eten' op VT4 - blijft aan mijn nekvel kleven. Ik weiger te geloven dat mensen ervan moeten kotsen. Cultuurbarbaren zijn het, randdebielen zonder enig gevoel voor schoonheid.

Ik zal niet wensen om aanvaard te worden. Ik zal niemand verplichten het licht uit te doen. Ik zal niemands oren volsmeren met tippex, al moet dat wel eens plezant zijn.

zondag 27 december 2009

beschonken

Veel mensen zoeken hun geluk in een overdadig versierde kerstboom. Ze trekken zich op aan kerstballen, slingers en spaarzame led-lichtjes. In het kerststalletje ligt Jezus verveeld rond te kijken alsof hij het monotone sparrenlandschap kotsbeu is, de ondankbare hond. Wij zorgen voor een gezellig hoekje in de living, hij klaagt over pijnlijke naalden in zijn kribbe. Wij hangen kerstverlichting, hij moppert dat de poolster daardoor onvindbaar wordt. Wij eten kalkoen, hij is vegetariër. Typisch.

Als er één mensensoort is waar ik niet tegen kan, dan zijn het wel paternalisten. Los van het feit dat ze allemaal een stinkende bek hebben kan ik ze niet rieken of zien. Ik vermoed dat hun ouders zich voor hen schamen. En hun kinderen, als ze dat al hebben, dromen van verre landen.

vrijdag 18 december 2009

adam

Ik maakte een vuurtje in een bos in Frankrijk. Het was een mooi bos; erg groen. Er waren struiken, bomen, gevallen takken en paddestoelen. Ik hoorde geen enkele vogel, laat staan zoogdier. Was ik helemaal alleen? Wie riep daar mijn naam? Een oehoe zal het niet geweest zijn. Ik keek rond, maar vergat plots alles. Mijn jeugd was al lang verleden tijd. Ik zag beelden van een museum voor moderne kunsten. De geur van rot gebladerte drong mijn verdwaasd bewustzijn binnen. Ik zag nog steeds geen eekhoorn. Mijn plan mislukte totaal. Ik was intens gelukkig. 'Vrijdag vijgdag' moet Adam ooit gedacht hebben.

maandag 7 december 2009

juist

Je doet mij schreeuwen van geluk. Het doet pijn aan mijn stembanden, trommel- en andere vliezen. De wegen die mijn pad kruisen zal ik zelden inslaan. Ik schreeuw gestaag door tot het einde onontkoombaar is. Hees als een oester zoek ik rust. Mijn kussen, hoe marginaal ook, heeft mij al veel slaapplezier opgeleverd. Ik droom van mensen, hoe ze winkelen, naar het toilet gaan, zichzelf afgunstig in de ogen kijken. Ik versta hen, al weiger ik mezelf erin te herkennen. Ik weiger wel meer dingen: spruiten, koude koffie, anale seks. Oude wijven met rotte tanden kunnen ook op een nee rekenen.

zondag 6 december 2009

de clash

Op een zomerse winterdag dacht Evert aan het leven. Hij smeerde mosterd op zijn boterham met choco en keek door het raam naar de knotwilgen die dringend geknot moesten worden. Zijn grootvader kwam binnen en verloste hem uit zijn gedachten. 'Waar is de tijd gebleven?' vroeg hij aan Evert. 'Bedoel je De Standaard?' antwoordde Evert. 'Nee, ellendeling, de tijd dat Walter Capiau nog liefde bedreef.' Evert dronk zijn koffie op en verliet de keuken. In de living zat Jezus naar de borsten van Martine Tanghe te staren.