vrijdag 24 augustus 2007

Bloebloebloe, de baby huilt.
Kaikaikai, de mens vervuilt.
Iepiepiep, fluisterde de olm.

(bovenstaande tekst is pure fictie. elke gelijkenis met het werkelijke leven berust op louter toeval.)
(lacht stiekem)
PS: vandaag weer geen moord begaan.

de hond van de buren

In een kennel van één op twee zit de hond van de buren te verkommeren.
Soms geef ik hem een paar komkommers, maar mijn vrouw vindt dat belachelijk.
Toch hou ik zielsveel van mijn vrouw. Zielsveel.

een handelaar

Een opgewekte handelaar liep door zijn dorp. Hij groette de slager en de bakker. De koster stak zijn hand op. De apotekersvrouw glimlachte kort. Het meisje van de buren zag hem niet passeren. Een hond blafte. Vijf mussen tsjilpten tevreden. De handelaar stapte zijn winkel binnen. Wat kan het leven toch mooi zijn, dacht de man bij zichzelf. De eerste klant kwam al binnen. Het was Mariette. Mariette was bloedmooi voor haar leeftijd. Haar ogen fonkelden toen ze naar de handelaar keek. Hij bloosde en richtte zijn blik op haar boezem. Deze was fantastisch. Hij fantaseerde er vaak over. Thuis, in bed. Of op toilet. Of in de douche. Soms zelfs in het tuinhuisje. Dan legde hij zijn alaam aan de kant, verwijderde zich van het venster en begon te fantaseren. Zijn buurjongen had hem ooit eens betrapt. Dat was een zwarte dag in het leven van de handelaar. Hij dacht er niet al te graag aan terug. Dat was verdorie zijn volste recht. Hij dacht liever aan Mariette...

'Twee watermeloenen, a.u.b.,' vroeg Mariette.
'Zeg dat wel,' antwoordde de handelaar, 'zeg dat wel!'

wassalon

Een wassalon is een redelijk zielige bedoening.
Meer bepaald: confituur zonder suiker, vandalisme en wintertenen.
Ik hou van het leven. Vroeger ook al.
Dagen vliegen voorbij. Dazen haat ik. Vliegen vlogen rond.
Ik bijt in je hand. Je hand bloedt. Ik voel geen pijn.
Zalig kerstfeest, oude man. Je grijze haren zijn oud en versleten.
Ik geef hem een hand. Hij geeft hem niet terug.
Een asperge ligt op mijn bord. Dus eet ik hem op. Zo ben ik.
Morgen zal ik genietbaar zijn. Zoveel is zeker.
Een duif kijkt ongelukkig. Ik vraag waarom. Hij antwoordt Koeroe.
Mijn frank valt veel te laat.