woensdag 16 juni 2010

my life with miet smet

Vandaag was, net als morgen, het vermelden niet waard in mijn ooit te verschijnen mémoires. Gisteren daarentegen kon ik mij met moeite bedwingen bij het zien van Phara's zwarte schoenen. Haar naam alleen al zorgt voor kopzorgen. Ze stelde mij vijf vragen, ik antwoordde trillend op mijn grondvesten - een beetje zoals mijn vaderland nu ik eraan denk.

Mijn vrouw huilde bij het lezen van de dagbladen. Ze snikte de hele ochtend, van bijna onhoorbaar tot aanstellerig luid. Ik aaide haar kat, maar ook daar ving ik bot. Mijn hormonen, eens om het halfjaar hyperactief, bleven waar ze al vijf maanden zaten: ver weg tussen bloed en haarvaten. Mijn pilletjes lagen nog boven. Ik sleurde mezelf de trap op en zag een spinnenweb in een onbereikbare hoek.

Mijn kuisvrouw, een geblondeerde Poolse met een diepe décolleté en zes rotte tanden, belt de hele tijd met mijn gsm naar haar ouders in Krakow. In ruil voor een pijpbeurt om de zes maanden kan ik hier wel mee leven. De dag schreed nietszeggend voorbij; ook ik bleef opvallend stil.