vrijdag 8 april 2011

achttien

Ik nam Jaak Pijpen bij de neus. Hij schreeuwde het uit en bedankte me vervolgens uitvoerig. Mijn missie was geslaagd, maar mijn boswandeling moest nog beginnen. Ik stapte het bos in en liet mij leiden door platgetreden paden. Hoog in de lucht zagen wolken dat het goed was.

Mijn grootvader, een edelman met tien geiten en een paard, maakte ooit komaf met het gepeupel in zijn dorp. De resterende bevolking, tien geiten en een paard, verafgoodde hem nog meer dan voordien. Toen hij ook nog een dreigbrief stuurde naar de koster van het naburige dorp, kon zijn dag niet meer stuk.

Mijn lot zal ooit uit de anonimiteit treden. Het zal opstaan en luidkeels declameren dat ik de eerstvolgende straat linksaf moet, peperdure gps en sterk ontwikkeld oriƫntatiegevoel ten spijt. Het zal mij een onbekende weg insturen, langs kanalen en verlaten industriegebieden. Duiven en vossen zullen vluchten als ik nietsvermoedend een liedje van K3 neurie.