zondag 21 maart 2010

de zweep

Het winkelmeisje draagt gele sandalen. De strandbar is gesloten. Twee verdwaalde toeristen raken lichtjes gefrustreerd en maken ruzie. Een reusachtige man zakt ineen bij het eten van zijn laatste hamburger. Mongolen, Chinezen, West-Vlamingen, allemaal rennen ze radeloos rondjes. Ze weigeren om te kijken. Ze weigeren hulp. Hun tegenspelers, ratten en dingo's, wachten rustig af.

Mijn houding blijft dezelfde: mankementen mogen, maar niet vandaag. Laat mij wat gras dat nog groen is. Laat mij het kruis van jezuïeten, zodat ik erin kan trappen als ik daar zin in heb. Hou mij in het oog, nabij het hart. Hou mijn wijstanden maar; ik kan wel even zonder.

De mening van de straat: ridicuul. Geef mij een zweep en ik tem de hele meute. Geef mij een doorsnee dorpeling en ik lach hem vierkant uit. Ook als het een zij is. Een zij met dikke tetten, dat is iets anders. Ja, dat is absoluut iets anders.