woensdag 3 september 2008

pater Damiaan

Soms vraagt men mij hoe het eigenlijk écht met me gaat.
Ik antwoord meestal zo:

"De wereld vergaat. Bomen verliezen hun interesse in tonijnsla. Wolkenkrabbers hebben overal jeuk. Ik sta te kijken naar alles en niets. Ik hoor pater Damiaan zingen. Hij zingt een lied. Walvissen, krabben en mosselen houden een theekransje. Ze hebben geen besef van eender wat. Evert, een imaginaire man wiens naam mij telkens als eerste te binnen schiet als ik begin te schrijven, denkt diep na. Wortels worden geraspt. Een golf verschijnt en verdwijnt. Alles eindigt ooit. Martha, een dame zonder capsones, loopt tegen de muur. Maar ik voel mij eigenlijk wel goed, hoor."