zaterdag 30 oktober 2010

jaap & piet

Alles begint en eindigt bij die ene vraag: wie in godsnaam is Jaap Stam? Ik vraag het me elke avond af, meestal bij het douchen rond half tien. Mijn kinderen tekenen op posters van afgelopen festivals. Als er toevallig stickers in de buurt zijn, plakken ze de posters ermee vol. Ze amuseren zich en huilen als ze pijn hebben, zo simpel kan het leven zijn.

Mijn vriendin, de mooiste vrouw ter wereld, zwijgt soms. Heel soms. Meestal zoekt ze het gesprek op, ook als ik in andere oorden vertoef. Ik knik dan en zeg om de tien seconden hmm. Ze vindt dit niet zo erg, mijn vriendin. Ik hou van haar. Hoe ze lacht, hoe ze het hele gezin staande houdt, hoe ze een bromvlieg boos aankijkt, alsof dat beest doelbewust en met voorbedachten rade onze living is binnengevlogen.

Mijn meesterwerk moet nog komen; ooit zal het zover zijn. Ik moet blijven geloven, blijven bidden tot Jezus' ballen in tomatensaus. Hij lacht heel zelden, maar als hij lacht is het wel prijs. Dan kan zelfs Piet Huysentruyt er niet tegenop.