zaterdag 25 september 2010

mik, mak en de vieze gasten

Een jongedame stond aan de kant van de weg te liften. Ze droeg een bril en geen bh. Ze had bruin haar en hangtetten. Op haar zelfgemaakt kartonnen bordje stond 'Groningen'.

Ik moest de andere kant op, maar stopte toch. Ze deed de deur open en vroeg of ik naar Groningen ging. Eerlijk als altijd antwoordde ik: 'Nee, ik ben op weg naar de Weba.' Het meisje draaide met haar ogen en vroeg: 'In Deinze?' Waarop ik: 'Nee, Gent.'

Ondertussen tikte een Zwaantje met zijn rubberen fallus op mijn raam. Hij wist te melden dat zijn tandvlees ontstoken was en dringend een lift naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis nodig had, aangezien hij van de pijn niet meer zelfstandig kon rijden.

Daar zat ik, tussen hamer en aambeeld. Ik keek van creperende flik naar Hollandse hangtetten en dacht aan de grote vakantie, vijftien jaar geleden, toen de takken veel te luid onder mijn schoenen kraakten bij het bespieden van een zonnebadende buurvrouw.