zondag 30 mei 2010

mikado

Vandaag voel ik mij nu eenmaal op en top man, zou mijn grootvader gezegd hebben. Hij zei het dan ook, elke dag opnieuw. Tot vervelens en slaande ruzie toe. Mijn grootvader was geen held, geen drugskoerier, geen drollendraaier. Ik hield van zijn geheime spaarpotten. Op een dag merkte hij dat er al minstens achthonderdduizend frank uit verdwenen was. Hij barstte in tranen uit en pleegde vervolgens zelfmoord.

Het verhaal van mijn leven is lang, dradig en eigenlijk één groot taboe. Mijn allerliefste tante was verslaafd aan drugskoeriers. Ze neukte ze allemaal plat, soms zelfs vijf op een uur, of vier tegelijkertijd. Ik keek dan stiekem door het sleutelgat van de buren, om toch maar pedagogisch verantwoorde taferelen te zien: mama, papa en twee kindjes die samen Monopoly speelden. Van dergelijk genot kon ik enkel dromen.

De goede verstaander leest tussen de regels en beseft dat mijn jeugd meer dan normaal verliep. Mijn grootvader pleegde geen zelfmoord en mijn tante neukte niemand plat, laat staan drugskoeriers. Nee, het was een afgrijselijk vrouwmens die zelfs geen blinde hond kon verleiden. En haar buren speelden nooit Monopoly met hun kinderen, enkel strippoker.