maandag 19 oktober 2009

magertjes

Ik wou er weinig woorden over kwijt, at liever alle boterhammen op. Met pindakaas of choco, dat kon mij weinig schelen. Ik was niet veeleisend of achterbaks. Mijn bedoelingen waren edel, zo hield ik mijzelf voor. Ik was moegestreden, afgepeigerd en redelijk hongerig. Dorst had ik ook wel: ik dronk vijfendertig jeneverglaasjes water. Ik snakte naar een normaal glas, zo eentje van vijfentwintig centiliter, maar het mocht niet baten. Ze hadden enkel jeneverglazen. Ik vroeg mij af wie hier de levieten las, waar de schippers aan wal stonden en wie wachtte op Godot. Ik struikelde over mijn eigen twijfels. Ik zag aan de spiegel dat het nog lang kon duren. Ik smeekte noch bad.