vrijdag 5 februari 2010

de bijzaak

Mijn grootvader, een man zonder complexen, hield zielsveel van de zoo. Hij maakte er elke dag een ochtendwandeling. Zijn lievelingsdieren waren de vrouwelijke opzichters. Bij het voederen van olifanten, nijlpaarden of otters keek mijn grootvader altijd naar de volslanke dames die deze taak op zich namen. Zo wist hij bijvoorbeeld dat 's woensdags om klokslag 9u45 de pinguïns verse vis kregen van zijn persoonlijke favoriet, Linda. Linda had blonde haren, scheve ogen en een gouden tand. Haar stem klonk als een bronstige buffel, hetgeen waarschijnlijk de reden was waarom haar mannelijke collega's haar heimelijk De Buffel noemden.