woensdag 20 mei 2009

gisteren, vandaag, overmorgen

Toen ik gisteren de autostrade en daarna mijn vrouw bereed, schoten vreedzame gedachten door mijn hoofd: mussen zijn lief, bloempjes plukken is zo leuk, ruisende bomen zijn fantastisch, pony's zijn klotebeesten. Ok, die laatste gedachte was eerder onverantwoord, maar ik ben ook maar een simpele duif.

Daarnet hield ik iedereen in toom. Mijn grootmoeder zou zeker fier geweest zijn. Ik was haar lievelingsbastaard. Van alles en iedereen in het kolenkot hield ze het meest van mij. Ik was dolgelukkig toen ze stierf.

Mijn leven struint voorbij en voor ik het goed en wel besef vraagt de bakker: 'Wat mag het zijn, ventje?' Ik antwoord vastberaden: 'Evert heeft mijn hond verkracht.' De bakker slikt, maar blijft verbazend kalm. Dat moet ik echt wel toegeven.