donderdag 21 februari 2008

en hij zag goed dat het redelijk was

Vorige avonden liep hij alleen maar wat te zeiken tegen afgelegen lantaarnpalen en deze avond was niet anders: hij zocht een afgelegen lantaarnpaal en begon er tegen te zeiken. Ik riep nog 'maar jongen toch, zou je dat wel doen?' maar het had geen avance; hij zeikte tot hij erbij neerviel. Een auto naderde, vertraagde, maar reed dan toch maar door. Ik vond dat verschrikkelijk en belde de flikken. Ze namen niet op, dus ging ik maar naar huis. Daar aangekomen plofte ik in de zetel en viel uitgeput van het vele denken in een diepe slaap.