maandag 30 maart 2009
op wandelafstand van de makro
Hoe het ook zij, mijn grootouders woonden in Gent. Ze hadden een café aan het Sint-Pietersstation. Zatlappen stapten van de trein en stuikten hun café binnen. Ze bestelden een pint en vielen in slaap. Mijn grootmoeder veegde ze kordaat buiten en snoot haar neus. Mijn grootvader keek haar liefdevol aan en zette een whiskyglas in de kast. Mijn vader vroeg aan mijn grootvader hoe lang het duurde vooraleer hij de meisjes mocht kussen. De hond van de buren hijgde van zwaarlijvigheid en kakte op het trottoir. Een zatte klant gleed uit over de hondendrol. Mijn vader en zijn broers hadden de tijd van hun leven.