Ik wist het al ruim op voorhand: een koe melken doe je niet zonder reden. Verder heeft deze eerste zin niets te maken met de volgende, volledig fictieve stroom van godsvruchtige en - laat ons eerlijk zijn - geniale woorden.
We wandelden samen door een prachtig stukje natuur - zo eentje met bomen, velden, zon, beekjes, vogeltjes, en vooral geen andere mensen - en ik voelde mij oprecht gelukkig. Ik dacht aan hoe mooi mijn leven wel was met jou aan mijn zijde, en met onze twee heerlijke kindjes bij hun grootouders.
Ik stelde mij voor dat dit het geschikte moment was om je ten huwelijk te vragen. Je had al enkele malen 'subtiel' duidelijk gemaakt dat je een écht aanzoek verwachtte. En met écht bedoelde je natuurlijk romantisch. En romantisch is niet zomaar romantisch. Het moet romantisch zijn voor jou. En dat impliceert: de timing is cruciaal. Ik zou het juiste moment moeten afwachten.
Voilà, nu was zo'n moment. Onbedoeld romantisch, geen fake etentje bij kaarslicht, geen opgefokt gedoe. Ik stopte even en wachtte tot je je zou omdraaien. Dat duurde wel even. Pas een honderdtal meter verder, bij de volgende bocht, stopte je. Je maakte uitbundige gebaren, blijkbaar was er iets te zien voorbij die bocht. Ik zette een spurtje in, keek opgetogen naar een nog prachtiger uitzicht dan voordien en hield het gepaste moment voor later. Er zouden er wel nog komen.