Het was een koude dag en Frank Deboosere fietste naar het kerkhof. Zijn oma lag daar begraven. Hij praatte even met haar en sprong dan weer op zijn fiets. De bakker was gesloten. Frank vond dit jammer, want hij moest eigenlijk een brood kopen van zijn vrouw. Zijn vrouw was nogal dominant. Frank hield daar wel van. Maar zonder brood naar huis komen, dat kon hij echt niet maken. Zijn vrouw zou hem slaan en vernederen. Ze zou hem de huid vol schelden. Zijn kinderen zouden huilen en nooit meer blij zijn. Ach, zuchtte Frank, het leven kan toch mooi zijn.