Ze kwamen allemaal in opstand: de heren, de dames en de zogezegde zaligen van geest. Evert dacht er het zijne van. Hij hield niet zo van opstand. Hij hield wel enorm veel van spruitjes, hetgeen hem redelijk uniek maakte.
Een heer loste een schot met zijn tweeloop. Een venster brak in duizend stukken. De burgemeester riep 'Stop deze waanzin!' maar niemand luisterde. Isabel, de dochter van de dokter, draaide een tong met Mark, de zoon van de apotheker.
Plots vloog een straaljager over. Het bombardement kon beginnen. Evert vluchtte het bos in. Hij hield wel van bossen.