Veel kans dat mijn tenen straks krullen als ik je terug zie. Je reis naar Moskou duurde twee weken. We belden om de veertien dagen. Geen enkele keer dus. Ik werkte me kapot: spitten, spuiten, spuwen. Iedereen die me trachtte tegen te houden, kreeg een kruiwagen cadeau. Na vijf dagen had de Brico geen kruiwagens meer. Ik reed naar de Gamma, de Heco en de Hubo en kocht er de hele kruiwagenstock op. Moe maar voldaan keerde ik huiswaarts.
Straks verschijn je daar door die deur. Eerst de voordeur, je voetstappen in de gang, dan de keukendeur. Je zal zuchten bij het zien van zoveel rommel. Je zal al vloekend binnenkomen. Ik zal buigen, plooien, schijnheilig glimlachen. Verklaren dat het extreem druk was, dat er geen tijd was om op te ruimen. Dat de buren ziek waren en dringend koffie nodig hadden. Dat het de hele tijd regende in Schotland. Dat we niet in Schotland woonden, maar toch, komaan, snap je?
Ik zet de tv aan. Op Reyers Laat laat Lieven Van Gils zich volledig gaan. Ik neem een glas cognac en probeer niet te hoesten bij m'n eerste slok. Tevergeefs. De kraan biedt water, mijn leven steigert. Ik hoor de voordeur, de gang, de keukendeur. Een hond komt binnen, nat van het zweet. Hij kwijlt en zevert, kakt op het tapijt en rent dan weer weg. Ik blijf verbijsterd staan, geniet van het moment, probeer het vast te grijpen, voor eeuwig en twee dagen. Ik denk niet langer, voel niets: zo wil ik straks handjes schudden.