Ik ben ook maar een mens, dat weet iedereen. Ik luister naar vrouwen als ze iets te zeggen hebben. Ik observeer en lach, vooral in mezelf. Mensen die mij de wrangheid van het bestaan leren kennen laat ik liever links liggen. Afgelopen winter zag ik een vallende ster. Ik deed de wens die ik al heel mijn leven wenste en die al altijd was uitgekomen.
Daarnet verliep het leven vlotjes. De was hing te drogen, de kinderen stonden op de vensterbank en voelden zich de koning van de wereld, de poezen lagen onder een vers geplant boompje. M'n vriendin was met een zeis het gras aan het maaien. Haar borsten schudden tevreden mee.