Het schaap leefde maar één keer. Daarom blaatte ze de hele dag.
Een hele dag blaten, dat zijn niet veel schapen gegeven.
Ooit was er een schaap dat de hele voormiddag blaatte.
Alle schapen keken naar haar op. Zelfs onder de geiten had ze fans.
Maar een hele dag blaten, nee, dat kon zelfs zij niet.
Het was dus werkelijk van ongezien allooi dat een schaap de hele dag kon blaten.
De boeren in de straat hielden een volksraadpleging.
Eigenlijk was het niet aan de boeren om dit te organiseren.
Daarom werd het resultaat na weinig discussie door de koning nietig verklaard.
De boeren kwamen in opstand. Ze namen rieken en hun meest stinkende mest en trokken naar het koninklijk paleis.
Daar aangekomen werden ze vriendelijk ontvangen op de thee. Ze kregen zelfs een koekje.
Hun woede verdween en onverrichter zake stapten ze terug naar huis.
'Had ik het niet gedacht!' riep boer Alfons, die thuis was gebleven wegens een hardnekkige lumbago, woedend. 'Ge hebt u allemaal laten doen door een beetje thee!'
'Eh, er waren ook koekjes bij...' probeerde boer Gérard nog. Maar het mocht niet baten: boer Alfons nam zijn boeltje en vertrok.
Liesbet en Matthieu hielden van elkaar en ook wel van zichzelf.
Ze zagen boer Alfons passeren. Hij zag er woedend uit.
De trein passeerde ook. Wie weet zat Bert er wel op, de ex van Liesbet.
Liesbet dacht stiekem nog wel eens aan Bert. Matthieu wist dit en wou Bert dan ook het liefst van al vermoorden. Bert wist van niets. Hij was altijd al iets trager geweest dan de gemiddelde dorpeling.
Plots was het dorp in rep en roer.
Het schaap dat de hele dag blaatte, was gestopt met blaten!
'Het is een wonder!' riep de ene.
'De wereld vergaat! 'riep een ander.
'Mijn soep is aangebrand!' riep Zulma.
'Kust allemaal mijn kloten!'
Dat laatste kwam van boer Alfons.