Als honden blaffen, zoeken zij aandacht. En troost.
Kippen kwaken zelden. Of nooit.
Zeilschepen die kapseizen hebben soms dode schippers als gevolg.
Zoals iedereen wel al weet, ben ik een simpele jongen.
Ik ben op weg naar de bakker. Hopelijk heeft hij nog brood.
Zonder brood kom ik de nacht niet door. Laat dat duidelijk zijn.
Hou mij in godsnaam niet voor de gek. Ik weet wel wanneer de ketel fluit.
Oef, hij heeft nog brood. Hij heeft geluk, de loser.
Ik vraag een groot boerenbrood. Dat zal smaken.
Zelden zo een groot boerenbrood gezien. Zal ik het ooit op krijgen?
Domme vraag. Geen antwoord. Jammer.
Helden zijn mooi, maar belachelijk.
Ik heb geen helden. Behalve een paar.
Zij zijn buiten categorie. Dus dat telt niet.
Nee, ik heb geen helden. Nooit gehad trouwens.