Veel mensen zoeken hun geluk in een overdadig versierde kerstboom. Ze trekken zich op aan kerstballen, slingers en spaarzame led-lichtjes. In het kerststalletje ligt Jezus verveeld rond te kijken alsof hij het monotone sparrenlandschap kotsbeu is, de ondankbare hond. Wij zorgen voor een gezellig hoekje in de living, hij klaagt over pijnlijke naalden in zijn kribbe. Wij hangen kerstverlichting, hij moppert dat de poolster daardoor onvindbaar wordt. Wij eten kalkoen, hij is vegetariër. Typisch.
Als er één mensensoort is waar ik niet tegen kan, dan zijn het wel paternalisten. Los van het feit dat ze allemaal een stinkende bek hebben kan ik ze niet rieken of zien. Ik vermoed dat hun ouders zich voor hen schamen. En hun kinderen, als ze dat al hebben, dromen van verre landen.