Op een dag besloot ik de wereld rond te trekken. Ik begon bij Holland, een land vol molshopen, Senegalezen en hondstrouwe mierenneukers. De avond viel veel te vroeg. Ik zette mijn tentje op in de voortuin van een aristocraat. Muggen waren er niet. Ik kookte mijn potje op een gasvuurtje. Een Hollander kwam op mij afgestapt. Het was de aristocraat. Hij vertelde dat zijn vrouw hem had verlaten. Ik knikte, maar velde geen oordeel. Zo was ik niet.