Later, als ik dood ben en gecremeerd en mijn as is uitgestrooid boven de middenberm van de E40, ergens tussen Wetteren en Erpe-Mere, herinner mij dan als mystieke kippenverzamelaar en hondstrouwe vrouwenverslinder.
Ik heb hem nooit persoonlijk gekend, maar Koning Boudewijn was ongetwijfeld een arrogante jeanet met een stinkende bek en hangende pootjes. Die kille ochtend in Winterslag, toen hij een plaatselijke boer uitmaakte voor rotte vis, was slechts het topje van de ijsberg.
Zet een hesp voor je raam vannacht, zodat ik weet dat je naar me smacht. Ga en vermenigvuldig je hersencellen. Kom pas terug als het bushokje geel geverfd is. Kanariegeel of meer naar de okerkant toe, dat hangt volledig van het lot af.