Ik hou van je. Gisteren, vandaag en morgen. Overmorgen waarschijnlijk ook. Ik ben geen visionair of Willem Tell, maar neem één ding van mij aan: ik hou van je. Hoe vaak heb ik het al gedacht? Hoe vaak lag het op het puntje van mijn tong? Hoe vaak wilde ik het je vertellen, maar was de timing net niet goed genoeg of gaf je mij niet de kans om iets te zeggen?
Je bent heerlijk. In bed, op reis, in de keuken. In Waarschoot hopelijk ook. Ik haat Waarschoot, maar wie weet belanden we er ooit. Misschien staat er ooit een prachtig hoevetje te koop voor een appel en een ei. Misschien trekken we ooit naar Libanon en bouwen er een moskee voor ons twee. Dan kunnen we samen bidden, jij tot mij en ik tot jou.
Ik ben geen atleet, burgerlijk ingenieur of succesvol comedian. Ik ben mijn eigen humeurige zelf. Ik doe tweemaal daags kaka, ga om de drie weken een halfuur joggen en eet snoep tot mijn tanden branden van de pijn. Toch ben ik al vier jaar niet naar een tandarts geweest. Ik ben wie ik ben: verliefd op jou, wachtend op jouw jawoord.